Summerpud

met rood fruit en crème fraîche

Summerpud

Deze 'pud' van oud brood met zomerfruit is een Britse klassieker. Ik heb deze no waste roze show stopper een beetje verdraaid en voeg balsamicoazijn en kardemom aan het fruit toe.

Deze pudding van brood gedrenkt in fruitsap stijft op in de koelkast. Een natte koude kledder, oftewel een typische Britse zomer? Verrassend genoeg niet. Deze met wijnrood fruit doorweekte koele ‘jelly’ is juist heerlijk verfrissend. Een flinke dot crème fraîche of clotted cream erbij is verplicht.

Broodpuddings bestaan bijna net zo lang als er oud brood is. Deze specifieke summer pudding duikt voor het eerst op in de 19e eeuw volgens de Oxford Companion to Food. In haar vijftiger jaren kookboek Summer Cooking neemt Elizabeth David een recept op. Volgens David hoort een authentieke summer pudding enkel gevuld te zijn met rode bessen en frambozen. Deze versie met balsamico en kardemom zou de grand dame van de Britse cuisine vast postuum in het verkeerde keelgat schieten.

 

Ingrediënten

1 kg rood/zwart fruit (bijv. bramen, aalbessen, zwarte bessen, frambozen, blauwe bessen)
125 gr suiker
3 el water
3 el balsamicoazijn
1 el fijngemalen kardemom uit de vijzel (optioneel maar wel lekker)
7-8 sneden oud witbrood
crème fraîche of clotted cream, om te serveren

Verwarm het water met de balsamicoazijn en de suiker en roer tot de suiker is opgelost. Maal de kardemom fijn in de vijzel, dat gaat als volgt: breek de groene peulen open met de stamper en peuter de zwarte zaadjes eruit. Verwijder de peulen en stamp de zwarte zaadjes fijn. Je kunt ook voorgemalen kardemompoeder nemen, maar dat is minder sterk van smaak (mede omdat de groene peulen ook vermalen worden). Voeg het kardemompoeder toe aan de pan samen met het fruit (hou kwetsbaar fruit zoals kleine bessen en frambozen nog even achter) en verwarm zo’n vijf minuten op zacht vuur. Voeg als laatste de bessen en frambozen toe en kook nog twee minuten door. Zet een zeef op een kom, schep het fruit erin en vang het sap op.

Vet een puddingvorm van 1 liter in met een kwastje met olie en bekleed met twee kruislings over elkaar gelegde stukken plasticfolie die je iets laat overhangen (extra hulpje bij het storten, mocht hij niet goed lossen). Snij de korsten van het brood. Hou een boterham heel en snij de rest in lange repen van ongeveer 3 cm breed. Dip het brood kort in de siroop. Bekleed de bodem van de puddingvorm met de hele boterham – afhankelijk van de vorm die je gebruikt, snij je deze in een passende cirkel. Bekleed de rest van de puddingvorm met de broodrepen, elkaar eventueel overlappend als je een gladde vorm gebruikt. Druk goed aan.

Schep het fruit in de vorm en maak een bodem van het resterende brood. Giet er nog wat siroop over (hou ook wat achter om te serveren). Vouw dicht met plasticfolie, zet er een schoteltje op en vervolgens iets zwaars (bijvoorbeeld een vijzel) en laat een nacht of tenminste 6 uur opstijven in de koelkast.

Zet een bord op de vorm, keer om en stort de pudding. Serveer met siroop en crème fraîche.